-
Mijn geschiedenis leraar heeft me jouw adres gegeven
-
mijn lerares Engels
-
mijn leraren Duits
-
Zij willen mij een adres geven
-
mijn leraar aardrijkskunde
-
Hij kan mij hun adressen geven
-
Zit jij in de eindexamenklas ?
-
Ik zou willen corresponderen met een Frans meisje
-
Ik ben achttien jaar
-
Is jouw zus ook achttien ?
-
in de maand augustus
-
Ik hoop mijn vakantie met jou door te brengen
-
Als ik rijk zou zijn, zou ik je geld geven
-
Als ik slaag, nodig ik al mijn vrienden uit
-
Zou je me willen helpen ?
-
Je zult een brief moeten schrijven in het Frans
-
Ik bewijs hem een dienst door hem te helpen
-
Ik hoop te slagen door hard te werken
-
Houd jij ook veel van Frankrijk ?
-
de Franse taal
-
Zij vindt de Franse taal het mooist
-
Mijn vriendin zal me veel vertellen over haar land
-
Ik zal je iets vertellen over deze streek
-
Misschien is het mogelijk de omgeving te bezoeken
-
Haar lievelingssport is tennis
-
Zij willen elkaar niet meer ontmoeten
-
Volgende week gaan we naar Parijs
-
Volgende maand gaan ze naar Zwitserland